Mission! Hartfalen

Hartfalen is een klinisch syndroom dat wordt gekenmerkt door een verminderde pompfunctie van het hart. Als gevolg van de verminderde pompfunctie krijgen veel organen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen. Dit leidt tot een combinatie van klachten waaronder kortademigheid, vermoeidheid en vochtophoping (onder andere in de benen en longen).

Epidemiologie

Elk jaar krijgen bijna 38.000 mensen voor het eerst de diagnose hartfalen: 52% is vrouw en 48% man. Naar schatting leven er zo'n 240.000 mensen met hartfalen in Nederland. Hiervan is twee derde 75 jaar of ouder.

  • In 2020 stierven ruim 7.000 mensen aan hartfalen. Per dag zijn dit zo'n 11 vrouwen en 9 mannen.
  • Jaarlijks zijn er ruim 29.000 ziekenhuisopnamen voor hartfalen.
  • Vrouwen zijn gemiddeld 88 jaar als ze overlijden aan hartfalen en mannen gemiddeld 84 jaar. (NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn, 2019)

Patiënten met hartfalen hebben een verminderde kwaliteit van leven, onder meer door herhaalde ziekenhuisopnames; gemiddelde ligduur 11 dagen (in 2006; NHS/RIVM). Hoewel de overleving van patiënten met hartfalen de laatste jaren sterk verbeterd is, blijft de sterfte ten gevolge van hartfalen hoog. In het eerste jaar na een ziekenhuisopname vanwege hartfalen is het percentage patiënten dat wordt heropgenomen en/of is overleden 40%. Na 4 jaar is gemiddeld 50% van de patiënten overleden (ESC guideline HF).

Oorzaken

Hartfalen wordt veroorzaakt door een tekortschietende pompfunctie die diverse oorzaken kan hebben. De meest voorkomende oorzaak van hartfalen is een afname van de pompfunctie door een of meerdere hartinfarcten. Elk hartinfarct beschadigd de hartspier waardoor een deel van de pompkracht verloren gaat. Een andere oorzaak van een verminderde pompfunctie is langdurige hoge bloeddruk waardoor het hart dikker en stijver wordt waardoor de knijpkracht en de veerkracht geleidelijk afnemen.

Hiernaast kan de pompfunctie verminderd zijn door een hartspierziekte (cardiomyopathie) waarbij de hartspiercellen een abnormale bouw en functie hebben waardoor de wand van het hart te slap, te dik en/of te stijf is. Een hartspierziekte kan bijvoorbeeld ontstaan door een virusinfectie, schildklierproblemen, chemotherapie, spierzwakte of na een zwangerschap.

Bij veel patiënten wordt er echter geen oorzaak gevonden. Naast een primair pompfunctie probleem kan hartfalen ook ontstaan als het gevolg van hartklepafwijkingen of ritmestoornissen.

Behandeling

Behandeling van chronisch hartfalen heeft als doel de klachten te verminderen en het risico op ziekenhuisopnames en sterfte te verkleinen. Hiernaast wordt getracht verdere achteruitgang van de pompfunctie van het hart te voorkomen. De behandeling van hartfalen bestaat uit medicamenteuze therapie volgens de ESC guidelines en "leefstijladviezen". De belangrijkste leefstijladviezen zijn een vocht- en zoutbeperking, dagelijks wegen, het beperken van de alcohol inname en regelmatige inspanning. Naast deze conventionele therapie is er bij een deel van de patiënten een indicatie voor invasieve behandeling zoals een dotterbehandeling, implantatie van een implanteerbare cardioverter defibrillator (ICD), cardiale resynchronisatietherapie, een klepoperatie, een bypassoperatie en/of een linkerventrikelreconstructie.

In het LUMC is de laatste jaren ruime ervaring opgedaan op het gebied van resynchronisatie therapie (CRT) en met chirurgische interventies als klepplastieken en linker ventrikel(LV)-reconstructies, al dan niet gecombineerd met ritmechirurgie. Daarnaast speelt eHealth een steeds grotere rol in de zorg voor hartfalenpatiënten. Middels devices meegegeven in ‘’the Box’’ kunnen patiënten thuis metingen (denk bijvoorbeeld aan gewicht en bloeddruk) verrichten en uitslagen inzenden naar hun behandelaar. Daarnaast is het Hart-F project (in samenwerking met de eerstelijnszorg) opgestart waarbij hartfalenpatiënten tijdig bij klachten van vocht vasthouden met plasmedicatie via een infuus behandeld worden tijdens dagbehandeling en/of in thuissituatie.

LVAD 
Het LUMC is als eerste ziekenhuis in Nederland een onderzoek gestart naar de werking van een mechanisch steunhart bij patiënten met ernstig hartfalen die afgewezen zijn voor een harttransplantatie. Dit wordt ‘destination therapy’  genoemd.

In dit programma wordt bij patiënten een mechanisch steunhart, ook wel left ventricular assist device (LVAD) genoemd, via een open hartoperatie geplaatst. Het steunhart is een pomp die middels een open hartoperatie in de punt (apex) van het hart wordt geplaatst en de verzwakte linker hartkamer ondersteunt. Het bloed wordt via de linker hartkamer de pomp ingezogen en vervolgens de grote lichaamsslagader (de aorta) ingepompt. Het steunhart wordt via een aandrijflijn door de huid van buitenaf van stroom voorzien. De patiënt draagt de controller en de batterijen die het steunhart voorziet van stroom altijd bij zich.

Naar aanleiding van de resultaten van het LUMC ‘destination’ programma, heeft de Nederlandse overheid in oktober 2015 besloten de steunhartbehandeling als officieel erkende behandeling te registreren bij patiënten met ernstig hartfalen die zijn afgewezen voor harttransplantatie. Inmiddels wordt deze ‘ destination therapy’  ook in drie andere ziekenhuizen toegepast.

Mission! Hartfalen

Om een juiste therapie voor de patiënt te kiezen, is het noodzakelijk om alle patiënten volgens een vast protocol te screenen. Naast de mogelijkheid voor invasieve behandelingen wordt veel aandacht besteed aan optimalisatie van medicamenteus beleid, leefregels en beweging. Hierbij wordt nauw samengewerkt met een diëtiste, met de hartrevalidatie en met maatschappelijk werk.

Patiënten die in aanmerking komen voor onze Polikliniek hebben ernstig hartfalen ondanks optimale medicamenteuze behandeling. Patiënten worden in het LUMC gescreend en eventueel behandeld middels tertiaire behandelopties (zoals bijvoorbeeld CRT en/of LVAD). Verwijzing naar de Mission! Hartfalen polikliniek gebeurt hoofdzakelijk via cardiologen in Leiden en omstreken.

Patiënten die voor het eerst met hartfalen worden verwezen, worden eerst op de algemene polikliniek Hartziekten geanalyseerd. Daar worden zij medicamenteus geoptimaliseerd, waarna zij eventueel worden doorverwezen naar de Hartfalenpolikliniek. De hartfalenpatiënten worden door hartfalencardiologen, verpleegkundig specialisten hartfalen en hartfalenverpleegkundigen begeleid. De hartfalenverpleegkundige is het aanspreekpunt voor de patiënt. Ze is dagelijks telefonisch bereikbaar.